Neusgekneus

Je hebt geleerd om je grens aan te geven, je doet dat op de manier waarop je dat hebt geleerd en toch krijg je een dreun op je neus. Dat overkwam de regenboogprins een paar weken geleden. Iedere dag verkleurde de neus. Van lichtgeel, naar groenig, naar blauw en weer naar geel en tenslotte weer normaal. Het verwerkingsproces verliep iets anders.

In eerste instantie gebeurde er niets. Nadat wij de prins bevestigd hadden in dat het echt fout was, wat de betreffende jongeman had gedaan, leek het weer okay en hield het gesprek erover op. Maar toen de prins twee weken later hem weer zou ontmoeten op zijn club en hoorde dat hij er niet zou zijn, slaakte hij een zucht van verlichting.

De zucht kwam vanuit zijn tenen en dat maakte dat ik toch met hem op de klap terug kwam. ‘Hoe kon het eigenlijk dat ik goed mijn grens aangaf en toch een klap kreeg?’  vroeg de regenboogprins zich geheel terecht af. ‘Daar klopte helemaal niets van’ vond hij. Bovendien had hij heel erg gebloed en hij hield niet van bloed. Ook het verhaal van val van de fiets enkele jaren geleden kwam weer terug en hij was plotseling minder enthousiast om op de fiets te stappen. De wereld werd weer onvoorspelbaar en de overlevingsreactie van de prins daarop is ‘mogelijke problemen vermijden’.

De regenboogprins spiegelde met zijn gedrag en zijn verhaal een reactie die ik wel ken. Als ik een actie van iemand naar mij oneerlijk, onbegrijpelijk en aanvallend vind is mijn eerste neiging om hard weg te lopen, mijn hoofd onder een kussen te stoppen en hopen dat het vanzelf over gaat en ik er niet op terug hoef te komen.

Toch helpt dat niet. De pijn blijft en bij een volgende keer dat het weer gebeurt, stapelt er iets op wat tot een rotsvaste overtuiging kan leiden waardoor ik het risico loop dat het blijft gebeuren. Ik moet dus in gesprek, het liefst met degene waar het om gaat en als dat niet lukt met iemand die me helpt het gebeurde te verwerken. Dat weet ik en daarom gingen mijn man (Egbert)  en ik in gesprek met de regenboogprins en de leiders van zijn club en zochten een weg om het gebeurde niet te laten regeren. We bedachten samen met de leiding een kort gesprekje met de betreffende jongeman. Egbert hielp hem bij wat hij kon zeggen. ‘Het deed pijn dat je mij sloeg en ik wil dat je dat niet meer doet.’

Egbert ging mee naar de club en zag een trillende regenboogprins samen met de andere jongen en begeleiders in een kamertje stappen. Een paar minuten later kwam hij opgelucht ademhalend er weer uit. ‘Hij heeft ‘het spijt me’ gezegd en hij meende het echt.’ Toen ik hem aan het eind van de dag ophaalde zei hij: ‘hij heeft het inderdaad niet meer gedaan’. Of daarmee de angst getackeld is, weet ik niet. Ook weet ik niet of hij nooit meer verrast zal worden door iemand die hem aanvalt. Ik weet wel dat deze stappen de prins dapperder maken en helpen bij het opbouwen van eigenwaarde.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.