Tabitha is m’n mattie!

Ik dacht altijd dat ik haar voor het eerst ontmoette tijdens een grote reünie van de organisatie waar ik werkte. Maar zij wist me te vertellen dat het eerder was en dat ze als tiener  een keer meespeelde  in een sketch tijdens een ouderavond die ik uitvoerde voor een middelbare school. Uiteraard had ze gelijk.


Toen ze achttien was deed ze mee aan een auditie voor Switch theater, dat ik programmeerde en regisseerde.
Toen ze 20 was, werd ze mijn collega en toen ze 21 was, nam ze een deel van mijn baan over. Kwaliteit, eigenheid, betrokkenheid en een geheugen als een olifant, dat kenmerkt haar.

Tabitha beschouw ik als een wonderlijk mens, zo anders dan ik, alhoewel mensen ons vaak met elkaar vergeleken. Dan noemden ze ons: Charis A en Charis B, of andersom; Tabith A en Tabith B. Waarom mensen dat deden snap ik nog steeds niet helemaal,  omdat we naar mijn idee totaal anders zijn.
Ik vergeet alle namen van mensen die op mijn pad komen, Tabitha onthoudt ze.  Ik kijk naar de grote lijnen, Tabitha kijkt naar de details. Ik wil de (creatieve) leiding hebben, Tabitha vindt het prima om een deelproject op zich te nemen en kan zowel conformeren als haar eigen visie en stempel op het geheel zetten. Lees verder →

Boter bij de vis.

Boter bij de Vis

Ik ontmoette ze vorig jaar tijdens de kunstminor die ik aanstuurde op de hogeschool waar ik werk. De één studeerde social work en viel mij op toen ze in haar eentje door Londen struinde en allemaal grappige filmpjes op Facebook postte over dingen die ze had gedaan en uitdagingen die ze was  aangegaan. Ze had een open gezicht, ze was enthousiast en ze had een mooie stem.
De ander studeerde aan de Pabo en viel mij op doordat ze met een ukelele en in een hippie-jurk door Boedapest struinde terwijl ze kolderieke liedjes zong. Ik was nieuwsgierig naar wat deze twee vermoedelijk zeer getalenteerde mafketels zouden gaan doen tijdens de minor. Lees verder →

School Tijdens Corona

Nu de Regenboogprins al enkele weken iedere ochtend online les heeft (super gedaan door zijn school trouwens) is het heel erg grappig om te zien dat er ook online toch een soort groepsproces is. Kinderen klieren door op gedeelde bestanden stiekem pijlen te zetten en tekeningen. Kinderen maken hun werk niet als er niemand is die dat controleert. In de pauzes bellen ze elkaar en chatten ze, voor een deel is het hetzelfde. Lees verder →

Knakkende knieën en een prik van een hommel.

De dode takken knisperen en kraken onder mijn voeten. In de verte zie ik een boom dwars over het pad liggen. Maar weinig bomen vertonen jonge groene blaadjes. Ik hoor geen vogels, het is alsof slechts enkele bomen nog zuchten.  Of is het een specht? De rest heeft het leven achter zich gelaten, die indruk krijg ik tenminste. Vanaf de landweg zijn we een wandelpad door het bos ingeslagen, maar zo’n doods bos heb ik zelden gezien.

Is het de droogte van vorige zomer die hier nog te zien is? Heeft dit stuk bos zich niet kunnen herstellen? Of zie ik door de Corona-pandemie plotseling de dood overal? Zie ik eerder de droge dorheid dan het nieuwe groen? Het zou kunnen en het geeft wel iets aan over hoe ik me zorgen maak denk ik. Het past ook goed bij de lijdensweek die we ingaan nu.
De regenboogprins, lief en ik volgen nu een onduidelijk pad. Na een tijdje blijkt dat dat pad uitkomt bij het erf van een boerderij. We lopen terug en volgen een ander pad. Bijna geruisloos houdt het op en we dwalen dan direct door het knisperende bos. De regenboogprins begint te mopperen. De struikjes waar we doorheen lopen prikken in zijn benen en hij denkt dat we het bos nooit meer uit komen. Lees verder →

Wakker in een vreemde wereld

Ik weet het niet zeker; droom ik? Of gebeurt het echt? Al zolang de scholen dicht zijn en we social distance moeten bewaren bevind ik me in een staat van verwarring.
Een deel van mij past zich aan. Gaat mee in de stroom van; onderwijs gaande houden voor mijn eigen werk en de regenboogprins, videobellen in plaats van fysiek contact, met z’n 3en het leven leven, af en toe aangevuld met onze huisgenoot, en werken aan een prachtig plan voor over een tijdje. Lief houdt kantoor in onze kleine extra kamer en vergadert de hele dag online.
Een ander deel, is onrustig en begrijpt het niet. Wat gebeurt er? Welke consequenties komen voort uit wat er nu gebeurt? Dat deel probeert grip te krijgen op dat waar nu geen grip op is. De vorige twee blogs zijn vanuit dat perspectief geschreven.

Wat ik ook deed en wat ik ook dacht; er was iets wat ik miste. Het was alsof ik in een twee-dimensionale wereld terecht was gekomen. Ik voelde me wel en niet aanwezig. Een deel was er wel en een deel niet. We leven op dit moment in de 40-dagen-tijd maar ik kon me er niet mee verbinden. Niet omdat ik boos was of verdrietig of bang, maar er gebeurde gewoon niets. Ik las dat allerlei kerken en mensen mooie initiatieven ondernamen en ik waardeerde dat ook, vond het belangrijk, maar zelf zei het me helemaal niets. Alsof ik een beetje een zombie was. Alleen zag niemand dat aan me omdat het van binnen gebeurde.

Ik denk dat ik in een soort Freeze ben geklapt. Gister avond  voelde ik letterlijk het ijs smelten door twee dingen. Het eerste was dat ik het nummer ‘Turn Turn Turn’ vertolkt door ILse de Lange tijdens de laatste DWDD bekeek. Deze eeuwenoude Bijbelse tekst gleed zo naar binnen en verwarmde me, ik voelde iets van acceptatie. Het is zoals het is. Prediker sprak met kracht.
Het 2e was een korte blog van een Nederlandse journalist in Madrid die beschreef hoe daar in korte tijd zo veel mensen overleden dat er geen plek voor ze was op de begraafplaatsen. En dat hij toen hij het vertelde tijdens een Radio 1 programma, plotseling een traan over zijn wang voelde glijden. Toen smolt het ijs verder. En met dat het ijs smolt, kwam dat deel van mij dat ik miste terug. Vandaag heb ik naar vele versies van Turn Turn turn gekeken en geluisterd.  Dankbaar dat wat er nu ook gaat gebeuren, ik daar met mijn hele ik bij kan zijn en niet alleen mijn overlevingsdeel.