Een onverwachte verbinding (naar aanleiding van werk van Patricia Piccinini)

‘ Met haar bijna levensechte, vervreemdende sculpturen onderzoekt Piccinini of het mogelijk is om mens, natuur en technologie in harmonie te laten bestaan. Haar sprookjesachtige wezens ontroeren en roepen empathie op voor ‘het andere’. Piccinini maakt met haar kunst een voorstelling van een mogelijke gedeelde toekomst en stelt vragen als: wat betekent het om mens te zijn? (Beschrijving Kunsthal)

Een paar jaar geleden zag ik bij een andere tentoonstelling in de Kunsthal voor het eerst werk van Patricia Piccinini. Het raakte me direct. Haar enigszins vervreemdende figuren fascineerden me mateloos. Deze keer was de hele ruimte gevuld met haar werk. Samen met de Regenboogprins dwaalde ik langs de wezens die soms wat monsterlijk oogden, maar me vervolgens direct ontwapenden doordat ze jongen, of babies bij zich hadden, of doordat ze elkaar vriendschappelijk en liefdevol omhelsden. ‘Ik heb lief!’ Het leek alsof ieder beeld afzonderlijk dat aan me vertelde. ‘Ik heb lief, en jij?’  Bij een beeld van een jongetje met enorme  klauwen die hij vriendschappelijk om een peuter heen had geslagen stond een Pauw. Piccinini zei daarover dat dieren vaak helemaal niet praktisch eruit zagen. De prachtige staart van een Pauw kan overal tussenkomen. Toch pronkt het dier ermee als geen ander.  ‘Waarom moet de mens er dan zo praktisch mogelijk uitzien?’ Zo vraagt de kunstenares zich af. Haar creaties zijn inderdaad vaak niet zo praktisch. Misschien is dat het ook wel wat me raakt. Figuren die verre van perfect zijn, grote koppen, kromme benen, behaarde lijven, ze zijn allemaal aanwezig op de tentoonstelling.

Ooit zei een vriend tegen me dat ik een speciale liefde heb voor het zwakke. Ik weet niet zeker of dat zo is. Ik heb volgens mij een speciale liefde voor het zachte. Voor wat er onder de schil van hardheid verborgen zit. Maar ook voor mensen  die zich kwetsbaar weten doordat hun lichaam anders is dan anderen, of doordat ze weten beperkt te zijn.
Ik laat mij graag verzachten door de transparante ogen van de Regenboogprins. Of door een collega die vertelt waarin hij of zij zich kwetsbaar voelt. Of door een directeur die zich niet schuilhoudt achter zijn status. Vooral zachtheid en transparantie gecombineerd met onverschrokken moed en dapperheid raakt mij diep. Misschien is dat wel waarom het werk van Piccinini me zo raakt. Alsof alle beelden mij precies dat vertellen: ‘ Ik ben anders, ik ben kwetsbaar, ik heb lief, ik leef of jij dat nou waardeert of niet. Ik ben er en jij kunt niet anders dan je tot mij verhouden. Je kunt je wegdraaien en je kunt je verbinden, dat is aan jou. Het werk deed mij stilstaan bij mezelf. Wie wil ik zijn? Kan ik me verbinden met wie anders is dan ik? En hoe werkt die verbinding dan voor mij?

In mijn vorige blog beschreef ik hoe de band U2 om een poëtische reden een groot geld aanbod voor een autoreclame naar aanleiding van hun nummer ‘where the streets have no name’ weigerde. Ik wilde op zoek naar meer poëzie. Ik vind dat denk ik wel in deze tentoonstelling. Hoe? Met name door wat haar beelden oproepen. Een wereld vol vreemde wezentjes, waar toeschouwers omheen dwalen, en hun neiging onderdrukken  deze zo totaal andere, maar toch ook herkenbare creaties aan te raken en te aaien. Want hoe vreemd het wezen ook is, de uitdrukking van liefde, kwetsbaarheid  raakt en verbindt.

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.