Papa

Sinds een jaar ben ik bijna wekelijks bij mijn ouders. Mijn vader dementeert, net zoals vele ouderen in Nederland. Af en toe heb ik momenten die ik wil opschrijven en delen.

We rijden naar het ziekenhuis. Zoals mijn moeder me instrueerde zet ik hem vlak voor het ziekenhuis op een bankje om even op me te wachten en parkeer de auto op de invalidenparkeerplaats. Dan haal ik een rolstoel uit de gang en rijd hem naar de afdeling cardiologie, waar hij voor controle heen moet. Ik heb een zeldzaam moment alleen met mijn vader.
Mijn vader, inmiddels nog 1.60 m, hij zal zo’n 8 centimeter gekrompen zijn de laatste jaren. Tot enkele jaren geleden, nam hij me nog altijd in zijn armen en knuffelde me fijn. Ik hield daarvan. Dat ik kon voelen dat hij blij was me te zien. ‘Ik ben trots op jou’ zo vaak heeft hij dat gezegd als hij kwam kijken bij een voorstelling, of een lezing of boekpresentatie. Zijn liefde heb ik altijd gevoeld en ik ben er zo dankbaar voor. Ik keek altijd graag naar zijn gezicht. Goedlachs, maar ook woedend of aarzelend. Ik kon gewoon lezen wat hij ergens van vond en dat was fijn.
De laatste maanden is zijn gezicht veranderd. Kwetsbaarder, berustend soms ook, en zoekend naar wat er nu moet en hoe het nu moet. Zijn korte termijn geheugen werkt niet goed meer, waardoor hij vergeet wat er net gebeurde.
Af en toe praat ik met hem over zijn ziekte. Hij begrijpt het eigenlijk niet. Wie heeft bepaald dat hij nu plotseling dementeert? Waarom mag hij niet meer autorijden? Hij merkt er zelf niet zo veel van. Hij wordt gewoon een dagje ouder. Ik leg hem uit dat dit precies is wat bij de ziekte hoort. Dat hij vergeet wat tegen hem gezegd is en het daardoor net lijkt alsof het niet gebeurd is. Dan knikt hij; berustend, niet begrijpend.

Terwijl we wachten op de cardioloog zit ik vlak bij hem. ‘Het is altijd lekker rustig in het ziekenhuis hier’ zegt mijn vader. Ik kijk om me heen. Een man in een rolstoel, zeker 20 jaar jonger zit geïrriteerd en vermoeid te wachten, die ervaart het heel anders denk ik.
Een jonge vrouw zit zenuwachtig bij de tafel met tijdschriften.
‘Hoe voel je je pa?’ vraag  ik. ‘Maak je je wel eens zorgen?’
Mijn vader kijkt me aan; ‘Ik had het altijd al, als ik voel dat er iets ergs gaat gebeuren, dan gebeurt dat ook’ zegt hij.  ‘Zo is het nu ook.’
Mijn gedachten gaan direct naar het begin van mijn vaders leven. Toen hij vier jaar was begon de 2e Wereldoorlog. Een jaar later, toen hij vijf was, werd het schip waar hij met zin ouders, broers en zussen op woonde afgenomen door de Duitsers. Het gezin kreeg een uur om het schip te verlaten. Wat een beangstigende ervaring moet dat zijn geweest. Je huis wordt van je ouders afgepakt, zomaar, en je staat op straat. Toen hij 11 was overleed zijn vader en toen hij 16 was, zijn moeder. Mijn vader wist al vroeg dat er erge dingen konden gebeuren.

’Denk je wel eens na over de dood?’ vraag ik. Hij knikt. ‘Heb je een voorstelling over hoe dat zal zijn?’ Hij schudt zijn hoofd. “Ik weet het niet. Ik kom dan in een totaal andere dimensie’ zegt hij dan. We zijn even stil.
Dan staat de cardioloog voor ons. Hij heeft ons al 2x geroepen, zegt hij verontwaardigd, alsof wij  zijn kostbare tijd aan het verspillen zijn. Een paar minuten later staan we weer buiten. Alles is okay met het hart.

‘Dat wist ik allang’ denk ik, terwijl ik mijn vader weer door de gang rijdt. Alles is helemaal okay met mijn vaders  hart.

 

 

 

2 reacties op “Papa”

  1. Titia de Wolf-Zijlstra schreef:

    Geef een knuffel van mij aan je vader. Je vader was vroeger toen ik klein was en hij (af en toe bij ons inwoonde) heel gek met mij en ik met hem. Liefs Titia

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.