In tranen zit hij naast me. Hij praat over al die jaren dat hij op deze school zat. Bijna zijn hele leven. In het begin van het jaar ging het nog over de ‘kussenruimte’ waar hij bijna iedere dag wel een keer zat tijdens zijn basisschooljaren. En over hoe’n hekel hij aan die ruimte had. Nu gaat het over de leraren en leraressen. Over de meesters en juffen die hij na dit jaar nooit meer zal zien, en over de leraren en leraressen van het voortgezet onderwijs. En over meester Chris, bij wie hij zo vaak even heeft gezeten als alles hem teveel werd. Hij huilt omdat hij na dit jaar geen lol meer met ze kan maken. Van zijn 5e tot zijn 16e zit hij al op deze school. Speciaal onderwijs. En speciaal is het voor hem. Zelf kan ik me niet heugen dat ik zo’n verdriet had als ik van de ene school naar de andere ging. Wel herinner ik me nog veel van zowel de meesters en juffen van de kleuterschool, basisschool als het voortgezet onderwijs (en bijna alle opleidingen erna ook). Blijkbaar gaat die band tussen leraar en leerling dieper dan ik in eerste instantie dacht. Maar bij de Regenboogprins speelt er meer. Als eerste dat afscheid nemen voor hem zwaar weegt op het moment dat het gaat gebeuren. Maar ook, zo vertelt hij mij, dat hij altijd heel erg zijn best heeft gedaan en dat dat zwaar was, en dat hij daar nu helemaal opnieuw mee moet beginnen. Want op een nieuwe school kent hij niemand en kent niemand hem. De docenten niet en de studenten niet.Hij ziet er tegenop. Lees verder →