Een einde komt eraan en een nieuw begin.

In tranen zit hij naast me. Hij praat over al die jaren dat hij op deze school zat. Bijna zijn hele leven. In het begin van het jaar ging het nog over de ‘kussenruimte’ waar hij bijna iedere dag wel een keer zat tijdens zijn basisschooljaren. En over hoe’n hekel hij aan die ruimte had. Nu gaat het over de leraren en leraressen. Over de meesters en juffen die hij na dit jaar nooit meer zal zien, en over de leraren en leraressen van het voortgezet onderwijs. En over meester Chris, bij wie hij zo vaak even heeft gezeten als alles hem teveel werd. Hij huilt omdat hij na dit jaar geen lol meer met ze kan maken. Van zijn 5e tot zijn 16e zit hij al op deze school. Speciaal onderwijs. En speciaal is het voor hem. Zelf kan ik me niet heugen dat ik zo’n verdriet had als ik van de ene school naar de andere ging. Wel herinner ik me nog veel van zowel de meesters en juffen van de kleuterschool, basisschool als het voortgezet onderwijs (en bijna alle opleidingen erna ook). Blijkbaar gaat die band tussen leraar en leerling dieper dan ik in eerste instantie dacht. Maar bij de Regenboogprins speelt er meer. Als eerste dat afscheid nemen voor hem zwaar weegt op het moment dat het gaat gebeuren. Maar ook, zo vertelt hij mij, dat hij altijd heel erg zijn best heeft gedaan en dat dat zwaar was, en dat hij daar nu helemaal opnieuw mee moet beginnen. Want op een nieuwe school kent hij niemand en kent niemand hem. De docenten niet en de studenten niet.Hij ziet er tegenop. Lees verder →

Rood is ja (boek van Sara Kroos)

Ik kende haar eigenlijk alleen van de Lama’s. Zelf zegt ze over die tijd dat mensen haar de slechtste lama vonden. En verder ben ik niet heel erg van het cabaret dus ik leerde ook niet meer van haar kennen, tot nu toe dan.

Het boek ‘Rood is ja!’ kwam telkens naar voren in mijn mogelijk te lezen en te luisteren boekenlijstje voor Storytel. En de reacties op het boek maakten dat ik besloot om het te gaan luisteren. ‘Rood is ja’ is een indrukwekkend boek. Pijnlijk en rauw en goed geschreven. Sara beschrijft hoe het seksueel misbruik in haar jeugd, zich voortzette in de kliniek waar ze was opgenomen, onder het mom van een ‘relatie met de therapeute die haar behandelde’ en hoe ze uiteindelijk zieker de kliniek verliet dan ze er in ging.
Ook beschrijft ze hoe haar vrouw en haar vrienden haar onvoorwaardelijk steunen en steunden en hoe zij hoe dan ook in het leven wil staan. Als echtgenote, als moeder, als mens.
Deze beide thema’s raakten me. Het gedraai van de kliniek en de macht die de instelling tot in de rechtbank leek te hebben maakte me verdrietig. Ik weet dat waar verschillende belangen zijn, macht al gauw een rol gaat spelen. Lees verder →

Zielsveel!

Vandaag ben ik onderweg met een dierbare vrouw.  We dolen door de stad, langs grachten en panden.  Zij, naast mij, haar huid gebruind van ver over zee. De herfstzon kleurt haar blonde haar. In ons gesprek reizen we met gemak van hier naar daar. Passeren kinderen ons, zo klein ze zijn, zo groot ook al, zo gevormd soms al.  Ook vrienden en zussen passeren, net zoals de ouderen. Onze opa’s en oma’s, moeders en vaders. Mijn vader, haar oma. Beiden dwalen ze door tijden en plaatsen van ooit. De tijd en mensen door elkaar halend. Vriendelijk, maar soms ook boos. Mensen aan het einde van hun leven. Mensen van wie we houden en van wie we de komende jaren afscheid zullen moeten nemen. Lees verder →

Schaamte en tevoorschijn komen.

‘Niets liever wil ik dan mensen laten SHINEN! En zelf SHINE ik natuurlijk ook graag.’

Ik sprak met twee vrouwen, een van 30 en eentje van 40. Beiden zijn opgegroeid in een pleeggezin. Het was een diep gesprek.  Zo’n gesprek dat je normaal gesproken alleen ’s avonds heel laat bij een kampvuurtje hebt, of tijdens een lange wandeling. Ik was de interviewer. Zij vertelden over hun leven.
Tijdens het gesprek werd ik bevestigd in iets wat ik ook vaak zie  bij onze eigen Regenboogprins:  Op het moment dat je in een pleeggezin komt wonen, weet je niet goed meer bij wie je hoort. Je weet niet goed meer of je nou bij je ouders hoort, omdat je daar niet woont. Je weet ook niet goed of je bij de nieuwe mensen hoort waar je  bent gaan wonen. Je moet je opnieuw gaan hechten, terwijl je niet goed weet waarom je niet meer bij je ouders woont en welk deel jij daarin hebt gehad. Misschien was het wel jouw schuld dat je weg moest? Je weet ook niet of de nieuwe mensen wel te vertrouwen zijn, of ze wel echt willen dat jij er bent.  Lees verder →

‘De zaligheid van er zijn’ of ‘puzzelen met opa’

Ik zie ze zitten. Mijn vader in zijn grote stoel naast het raam. Mijn pleegzoon, heel rustig, vlak naast hem op een krukje. Beiden hebben hun volle aandacht bij de puzzel die ze aan het maken zijn. Terwijl ik naar hen kijk besef ik dat er hier iets anders gebeurt dan puzzelen. Hier ontvangt mijn pleegzoon de warmte van mijn vader en mijn vader de volledige aandacht van mijn pleegzoon. Alsof mijn moeder mijn gedachten kan lezen vertelt ze op dat moment dat een pastoraal werker die ze deze week ontmoette vroeg  wie die jongen op de ingelijste foto  was. ‘Dat is mijn kleinzoon!’ had ze gezegd. Lees verder →