De afgelopen weken waren vol van onmacht en verdriet. Zo dat klinkt wel heftig. Op het moment dat het gebeurt ga je er gewoon doorheen voelt het als ‘zo gaat het nu eenmaal’.
Maar nu het wat langer duurt, merk ik dat ik moe ben.
Het is moeilijk als je klaar staat voor iemand en veel tijd vrij maakt, maar het is niet genoeg. Dit klinkt als een verwijt, dat is het niet. Het is eerder dat ik weet dat zij een thuis nodig heeft, maar dat ik alleen de ‘tante’ rol kan bieden.
Daarom schrijf ik maar een klein gedicht. Lees verder →
Fototentoonstelling naar Dronten, en plotseling weet ik weer…
Vandaag haalde ik mijn fototentoonstelling op uit Kampen om hem opnieuw op te hangen in Dronten. Terwijl ik met de auto door het prachtige herfstlandschap rijdt, zie ik ze langzaam maar zeker voor mijn netvlies verschijnen. De kinderen en jongeren van de Reeve, de leefgroep waar ik stage liep. Ik zie hun gezichten: Maarten, Aline, Tjibbe, Cora, Franca, Pieter, Viola en nog vijf erbij(de namen zijn gefingeerd). Twaalf stuks maar liefst. Lees verder →
Theaterlezing.
Ik: Het lijkt me zo mooi om nog iets voor het lectoraat te doen.
Zij: Waar denk je dan aan?
Ik: Ik zou mijn creativiteit wel willen inzetten voor het toegankelijk maken van onderzoeksresultaten.
Zij: Oh dat vind ik wel interessant
Een paar maanden later
Ik: Er bestaat zelfs een naam voor wat ik ga doen voor het lectoraat.
Zij: Wat dan?
Ik: Valorisation Officer.
Weer een paar maanden later
Ik: Zeg; wat voor ideeën had jij bij de theaterlezing die ik ga maken?
Zij: Nou eigenlijk had jij dat bedacht, ik heb er nog niet direct een beeld bij.
Ik: Oh, Ha Ha, ik ook niet. laten we samen brainstormen
Een paar weken geleden
Zij: Wat is dit gaaf. Je hebt de resultaten uit het onderzoek tot leven weten te brengen. Echt heel mooi. Hier moet een trailer bij.
Met dank aan Martine Noordegraaf, bevlogen, bewogen, professionele, humorvolle en innovatieve lector van CHE lectoraat ‘jeugd en gezin’ .
Op naar meer inclusiviteit en meer samenwerking als het gaat om ouders van uithuisgeplaatste kinderen.
Opgedragen aan de moeder van de Regenboogprins.
Er tussenin (over Sis)
We ontmoetten haar voor het eerst zo’n vijfenhalf jaar geleden. De zus van de regenboogprins.
Ze verhuisde toen van een jeugdzorg-instelling naar een gezinshuis.
We bezochten haar in het gezinshuis iedere zes weken. Meestal gaf de Regenboogprins het aan: “Ik heb wel weer eens zin om naar Sis te gaan..” zei hij dan. Het was altijd zo geregeld en Sis kwam ook af en toe bij ons. Zo ging dat vijf jaar in een gestaag ritme door. Totdat er een barst in het evenwicht kwam. Lees verder →