Over het boek ‘Onzeker weten’.

Zo’n 7 jaar geleden was ik op het Greenbeltfestival in Engeland aanwezig bij een viering van de IKON-community uit Belfast. Deze community was gebaseerd op het gedachtengoed van Peter Rollins, en de radicale theologie. Ik kan mij van die viering alleen nog het slot herinneren. Op het podium stond een groot kruis, met daarop in ballonnen een soort lichaam geprikt. In mijn herinnering waren de ballonnen roze. Vlak voor het einde van de viering werden alle ballonnen doorgeprikt en plotseling was er niets meer, ja dat lege kruis was er nog, maar het had een ander effect dan ik had verwacht. Het was voor mij niet het ‘overwinningskruis’ dat ik zo goed kende uit mijn geloofsopvoeding.
Het kruis was echt leeg. Een illusie werd doorgeprikt. Knalde weg. Vervolgens werd ons als publiek gevraagd om een blinddoek om te doen en elkaar te helpen de ruimte te verlaten. Dat laatste heb ik niet gedaan. Ik was te geschokt. Wat was er gebeurd?
Als ik nu terugkijk denk ik dat ik op dat moment voor het eerst op existentieel niveau ervaarde dat een belangrijke geloofsovertuiging die ik had, geen stand hield. Namelijk de overtuiging dat een hemelse God, ver buiten mij en ver voor mij geboren, alles goed zou maken. De blinddoek en de uitnodiging elkaar te helpen kwam werd als alternatief geboden. Moest ik gaan vertrouwen op mensen die beperkt waren? En op mijn eigen beperkte vermogens? 
En dat dan in plaats van het bouwen op een God die alles goed maakt?
Het verlies van die overtuiging was een flinke schok, en een schuchter zoeken kwam eruit voort. Want welke overtuiging was dan nog waar?
Pas toen ik het boek ‘hopeloos hoopvol’ van John Caputo las vond ik iets wat weer of meer waar leek te zijn. Iets wat ik kon geloven en wat me bracht bij een nieuw perspectief, waarbij God daadwerkelijk de Ander blijft, maar toch alleen opereert van binnenuit. 
In het Engels gebruikt Caputo hiervoor de term Insist inplaats van exist.
In Nederland is er sinds enkele jaren het Platform Thomas voor mensen die geïnteresseerd zijn in het gedachtengoed van de Radicale Theologie. Bram Kalkman, Gerko Tempelman en Rikko Voorberg schreven het boek ‘Onzeker weten’ waarin ze zich laten inspireren door dit gedachtengoed.

Waaraan herken je de Radicale Theologie? Soms kom je deze tegen als luis in de pels, soms als kritische teamgenoot, soms als Irritante buur. De Radicale Theologie is  gericht op inclusief in plaats van exclusief. Het is gericht op verbinding, maar via de confrontatie. Het daagt de gelovige uit op zoek te gaan naar de ongemakkelijke ander en is ook zelf een ongemakkelijke ander. Lees verder →

Zondagochtendfile op de camping

Photo by Michael C on Unsplash

Het is zondagochtend, 8.30. Wat slaperig loop ik met de hond langs caravans en tenten.  In tegenstelling tot andere ochtenden in de week rijden er geen vroeg wakker geworden kinderen op fietsjes rond. Wel passeer ik vrouwen in mooie jurken, mannen in nette pakken met een zwart boekje in hun hand en kinderen met een tasje om hun nek (ik denk dat er pepermuntjes in zitten).  Ook rijden er auto’s met hele gezinnen mij voorbij. Tenslotte is het zwembad, dat iedere ochtend toch wel gevuld is met baantjeszwemmers, leeg.

Het is zondagochtend. En zondagochtend betekent voor het grootste deel van ons campingpubliek dat het tijd is voor een kerkbezoek. Het is de dag des Heren. Lees verder →

Papa

Sinds een jaar ben ik bijna wekelijks bij mijn ouders. Mijn vader dementeert, net zoals vele ouderen in Nederland. Af en toe heb ik momenten die ik wil opschrijven en delen.

We rijden naar het ziekenhuis. Zoals mijn moeder me instrueerde zet ik hem vlak voor het ziekenhuis op een bankje om even op me te wachten en parkeer de auto op de invalidenparkeerplaats. Dan haal ik een rolstoel uit de gang en rijd hem naar de afdeling cardiologie, waar hij voor controle heen moet. Ik heb een zeldzaam moment alleen met mijn vader.
Mijn vader, inmiddels nog 1.60 m, hij zal zo’n 8 centimeter gekrompen zijn de laatste jaren. Tot enkele jaren geleden, nam hij me nog altijd in zijn armen en knuffelde me fijn. Ik hield daarvan. Dat ik kon voelen dat hij blij was me te zien. ‘Ik ben trots op jou’ zo vaak heeft hij dat gezegd als hij kwam kijken bij een voorstelling, of een lezing of boekpresentatie. Zijn liefde heb ik altijd gevoeld en ik ben er zo dankbaar voor. Ik keek altijd graag naar zijn gezicht. Goedlachs, maar ook woedend of aarzelend. Ik kon gewoon lezen wat hij ergens van vond en dat was fijn. Lees verder →

Schaamte en tevoorschijn komen.

‘Niets liever wil ik dan mensen laten SHINEN! En zelf SHINE ik natuurlijk ook graag.’

Ik sprak met twee vrouwen, een van 30 en eentje van 40. Beiden zijn opgegroeid in een pleeggezin. Het was een diep gesprek.  Zo’n gesprek dat je normaal gesproken alleen ’s avonds heel laat bij een kampvuurtje hebt, of tijdens een lange wandeling. Ik was de interviewer. Zij vertelden over hun leven.
Tijdens het gesprek werd ik bevestigd in iets wat ik ook vaak zie  bij onze eigen Regenboogprins:  Op het moment dat je in een pleeggezin komt wonen, weet je niet goed meer bij wie je hoort. Je weet niet goed meer of je nou bij je ouders hoort, omdat je daar niet woont. Je weet ook niet goed of je bij de nieuwe mensen hoort waar je  bent gaan wonen. Je moet je opnieuw gaan hechten, terwijl je niet goed weet waarom je niet meer bij je ouders woont en welk deel jij daarin hebt gehad. Misschien was het wel jouw schuld dat je weg moest? Je weet ook niet of de nieuwe mensen wel te vertrouwen zijn, of ze wel echt willen dat jij er bent.  Lees verder →

De dove puber!

‘Jij gaat een enerverende tijd in!’ zei een collega vorig jaar toen ik vertelde dat de Regenboogprins 14 werd. Inmiddels is hij al bijna 15, heeft mijn schoenmaat bereikt en groeit mij binnenkort voorbij. Dat alleen al is indrukwekkend. Dat een kind je voorbij groeit.

Het valt me alles mee hoe enerverend het is. De Regenboogprins heeft namelijk die leeftijd waar ik in het verleden veel mee heb gewerkt en over het algemeen ook heel enthousiast over was. Tieners zijn wezens met slingerende armen en benen, grapjes makend die net niet kunnen, verstrooid, verstrikt rakend in allerlei meningen en gedachten en vaak ongelofelijk onlogisch en daarmee erg origineel. Verder wordt er de kunst van het onderhandelen eigen gemaakt, wat ik ook altijd enorm amusant vond. Lees verder →